Protocol grensoverschrijdend gedrag

Protocol

De Amsterdamse Jeugdtheaterschool streeft naar een theaterschool waar kinderen en jongeren zich veilig voelen en met plezier deelnemen aan de lessen. Om dit te kunnen realiseren is er een apart protocol voor medewerkers ten aanzien van grensoverschrijdend gedrag.

Wat wordt er verstaan onder ongewenste intimiteit?

Onder ongewenste intimiteit verstaan wij elke vorm van seksueel getinte of andere gedragingen die door personen die het ondergaan of signaleren als grensoverschrijdend en/of onveilig worden ervaren. Ongeacht op welk moment en in welke situatie. Dit kan verbaal, non-verbaal, fysiek, bewust of onbewust worden geuit.

Wat doet de AJTS om ongewenste intimiteit te voorkomen?

Om ervoor te zorgen dat ongewenste intimiteiten worden voorkomen hanteert De Amsterdamse Jeugdtheaterschool de volgende regels:

  • De docent wordt pas ingezet wanneer hij/zij een verklaring van goed gedrag (een VOG) heeft ingeleverd bij de AJTS.
  • Tijdens de selectieprocedure worden er referenties over de docent ingewonnen. Tevens komt het herkennen en respecteren van de grenzen van leerlingen ter sprake en wordt de kandidaat gewezen op dit protocol.
  • De docent mag de leerling nooit slaan.
  • Tijdens de les bewaakt de docent de functionaliteit van lichamelijk contact in de spel-/mime- of bewegingsles tussen zichzelf en de leerlingen, én de leerlingen onderling.
  • Het is de docent toegestaan om deel te nemen aan een groepsapp met de eigen klas. De docent mag echter niet één-op-één appen of sms’en met een leerling.
  • Ook is het niet toegestaan dat de docent zich met 1 leerling afzondert in een afzonderlijke ruimte binnen of buiten het lesgebouw (b.v. café)

Handelen bij een vermoeden, aanwijzing of feiten van ongewenste intimiteit

  • Onder strikte geheimhouding en discretie wordt een vermoeden, aanwijzing of feit gemeld bij de directie van de AJTS. De directie stelt de coördinator hiervan op de hoogte.
  • De directeur houdt ruggespraak met de vertrouwenspersoon en indien nodig een extern deskundige.
  • Bij een gegrond vermoeden en feiten vanuit een leerling volgt direct melding bij de directeur. In deze fase heeft niemand nog actie ondernomen naar de verdachte of het slachtoffer.
  • De directeur roept in overleg met de vertrouwenspersoon de direct betrokkenen afzonderlijk of gezamenlijk bij zich om de relevantie van de melding te onderzoeken en een eventueel te volgen stappenplan te bespreken.
  • Afhankelijk van deze bevindingen zal de directeur beslissen over de voortgang.
  • Bij redelijk aannemen dat er grensoverschrijdend gedrag heeft plaatsgevonden (door medewerker of leerling), zal deze van de school worden verwijderd. Afhankelijk van de ernst van de gebeurtenis(sen) wordt de afhandeling van de kwestie overgedragen aan justitie.

Handelen bij het betrappen op heterdaad van een eventueel strafbaar feit

  • De melder heeft de plicht onmiddellijk de directeur te infomeren.
  • De directeur organiseert de eerste opvang van het slachtoffer eventueel in overleg met de vertrouwenspersoon.
  • De directeur informeert de ouders en de voorzitter van de raad van toezicht.
  • Als de verdachte een medewerker of een leerling is, gaat de directeur, in samenspraak met RvT, na het onderzoek tot eventiele schorsing over.
  • De directeur doet aangifte bij de politie en inspectie indien er sprake is van redelijk vermoeden van een strafbaar feit.
  • In overleg met de politie wordt verder onderzoek afgesproken.

Geheimhouding

Iedereen die direct of indirect betrokken (of op de hoogte van een klacht of voorval) is bij de lopende procedure of de hierbij betrokken personen, is in het kader van de Wet op de Personenregistratie tot absolute geheimhouding verplicht.

Vertrouwenspersoon binnen de AJTS: Ursula Bouman. Zij is te bereiken via ajts.vertrouwen@gmail.com